Zaterdag 13 dec.1997. ‘s Ochtends zeven uur: vertrek per Lufthansa vanaf Schiphol. Na een overstap in Frankfurt en een tussenlanding in Caïro landden we om acht uur ’s avonds in Addis Abeba. Na een hele poespas met geldwisselen en controles om halfelf naar het hotel. Hier werden de "slapies" verdeeld: Gijs en ik werden het meteen al eens om de komende maand de tent te delen.

SudanSomaliaEritreaDjiboutiYemenKenyaGondorAxumSimien Mountains National ParkLalibelaBahar DarAddis AbabaRift Valley Lakes Zondag 14 dec. 1997. ’s Morgens om halfacht naar Lake Langano (± 4,5 uur rijtijd). Het is een aardig meer, een van de weinige meren in Ethiopië dat vrij van bilharzia is en dus vrij om te zwemmen, dus ook meer toeristen vanuit Addis. Ik verbaas me nog weer over de stuitende gesteldheid van het sanitair: ik geef er de voorkeur aan om buiten te gaan zitten boven de drekzooi binnen!

Maandag 15 dec. 1997. Vandaag een tocht zuidwaarts van ± 5 uur naar Arba Minch. Eerst rijden we nog gedeeltelijk over asfaltweg, later steenslag; veel gaten. We zien al wel veel ook voor ons herkenbare vogels: ooievaars, (Europese) kraanvogels, maraboes, gieren, kuifarend, in Lake Langano pelikanen en visarenden: prachtige vogels! Karmozijnen bijeneters zie je plaatselijk bijna als mussen!

Dinsdag 16 dec.1997. We kamperen op een campsite bij een drenkplaats vlakbij een dorpje. We krijgen dan ook al direct bezoek van de bevolking, nieuwsgierigheid over en weer: een man loopt zelfs met een stekelvarken aan een touwtje!

En meer bushcampfoto's met toeschouwers

De weg wordt moeilijker, soms diepe sporen, diepe gaten, ’t gaat langzaam!

Woensdag 17 dec. 1997. We ploeteren nog verder naar ’t zuiden, richting Magopark. We komen echter zo vaak vast te zitten dat we moeten besluiten de pogingen op te geven; heel jammer maar ’t is niet anders. Saskia, onze reisbegeleidster, heeft twee vorige keren ook al op moeten geven en ook de reis na ons, horen we op de reünie, is het niet gelukt! Regen in de droge tijd: het schijnt een gevolg van El Niño te zijn!

 

 

Op het punt waar we het verst in de bush gekomen zijn had ik een toevallige ontmoeting met twee Afrikaanse jongemannen die me een plaatselijk zeer kenmerkende bijenkorf toonden, cilindervormig, met meerdere gaten aan een kant, ± een meter lang. We zagen deze ook op veel plaatsen in bomen hangen.

Een volgende kampeerplaats was niet zo gemakkelijk te vinden: mensen van een Zwitserse missiepost met heel veel ruimte deden erg moeilijk, uiteindelijk mochten we dan een vijfhonderd meter verderop op de airstrip onze tenten neerzetten onder veel belangstelling van de inheemse bevolking weer natuurlijk!

En meer bijenfoto's

En meer foto's van de markt

Donderdag 18 dec. 1997. ’s Morgens voor ’t eerst de mogelijkheid gekregen (wat tijd betreft) om wat te schrijven!

Vandaag hebben we de bijzonder kleurrijke markt van Key Afer bezocht. Hier komen uit de wijde omgeving, uit de bush, mensen met hun koopwaar naartoe o.a. melk, boter, honing, huiden, sieraden.

Men is trouwens ook wel bereid andere zaken te verkopen; zo heb ik een typische neksteun, c.q. zitkrukje van een man gekocht, gewoon een gebruiksvoorwerp. We zien hier ook Hamar-vrouwen die we verderop hadden zullen zien (foto) maar nu naar ons toekomen!

We reizen door naar een campsite, weer bij een missiepost, nu met een windwatermolen zodat er geen gebrek is aan water. Ik heb hier onder het wakend oog van de plaatselijke vrouwelijke bevolking mijn hele blote lijf heerlijk van ’t stof bij de pomp ontdaan; je krijgt daarvoor nl. niet zo vaak de gelegenheid! De lokale bevolking liep uit vanzelf en bleef de hele nacht nogal luidruchtig aanwezig, compleet met kalashnikovs: een slechts tot op zekere hoogte veilig gevoel omdat je ook niet wist wat zij eigenlijk wel van je wilden! We hebben hier ook voor ’t eerst gebruik gemaakt van ’t muskietennet, pas toen we al aardig gestoken waren dus als mosterd na de maaltijd maar omdat ie geïmpregneerd was werden de muggen niet alleen tegengehouden maar stierven ze ook de gifdood!

Vrij. 19 dec. 1997. Nu schrijf ik bij een kaarslichtje in Konso in een hotelletje na een onweersbui. ’t Is nu halfacht en ’t regent alweer. Ik ga nu eerst eten en schrijf later verder. We overnachten deze keer in een hotelletje wat meer lux lijkt dan ’t in werkelijkheid is. Buiten is ’t enorm modderig, kleiig, en we moeten over buiten naar ’t toilet, dat ook al niet beter is!

Vandaag hebben we op weg naar Konso een paar dorpen bezocht: na een gids en vergunning gehaald te hebben gaan we eerst naar Keserque, een heel autentiek Konso-dorp dat vlak bij een diep ravijn ligt met daarin hoogoprijzende rode rotspunten: men noemt het wel: Manhattan; ’t heeft inderdaad wel wat overeenkomst met die skyline! Dan naar ’t volgende Konso-dorp: Mecheke, een dorp met een heel oorspronkelijke cultuur, hoewel er ook een Lutheraanse missiepost is. Er zijn hier typische gemeenschapshuizen voor mannen waar volgens mijn jonge gids "My grandfather drinks here his coffee and talks with the the other men." De uit hout vervaardigde voorouderbeelden tot een meter hoog waren hier een bijzonder gebruik. Naast de overleden persoon werden ook vaak zijn geliefden ernaast afgebeeld hoewel ze nog in ’t geheel niet dood waren!

Bezoek aan twee Konso-dorpen.

Jammer dat ‘t al direct enorm begon te regenen: de mannenhuizen waren een welkome schuilplaats: hier bloeide de conversatie ook op met de jonge autochtonen. Het blijkt dat ze voor een groot deel een behoorlijke opleiding genieten. Al op de lagere school krijgt men Engelse les en in ‘t voortgezet onderwijs krijgt men praktisch alleen les in ‘t Engels, uit Engelse boeken, behalve de nationale geschiedenis en de taal worden in ‘t Amhaars onderwezen. M’n vijftienjarige gids liet me zijn boeken en schriften zien en verklaarde me helder en duidelijk een toch wel ingewikkelde algebraïsche vergelijking + oplossing! Uiteindelijk werd het rennen naar de bus maar toch kliedernat èn… wat erger was: we hadden een behoorlijk aantal vlooienbeten opgelopen! Achteraf zou blijken dat ik er in Nederland zelfs nog lang (maanden) last van zou hebben!

De keus was niet zo moeilijk met deze modder, hotel of tent: het gemak van een hotelletje. Hoewel: geen licht, geen stromend water, eigenlijk helemaal geen water, toilet: achterom, een gat in de grond met nog wel een deur ervoor. Dus met een kaarsje naar je kamer, met de zaklamp naar de wc. en wassen met water uit de eigen drinkvoorraad!

Iets over de medereizigers:

  • Aardige, gezellige, tolerante mensen. Over ’t algemeen wel geïnteresseerd maar vaak ook zo’n druk leven dat ze geen tijd hebben zich op een dergelijke reis voor te bereiden. Ook een zéér, zéér ervaren reisgezelschap; wat dat betreft ben ik echt een groentje! Echte globetrotters zonder uitzondering: vijftien, twintig van dit soort reizen is geen uitzondering! Soms komt me dat ook wel de strot uit: "Toen in Bolivia was het pas zwaar" of "In Kenya zagen we die rare beesten ook" of over de Zijderoute of Vietnam of het afgekeurde varken in West-Irian, de Grand Canyon of Bhutan.

Iedereen is ’t er echter over eens: men had een héél andere voorstelling van Ethiopië: denkend in een dor en droog land te komen met een zeer hongerende en trieste bevolking wordt men in een op de meeste plaatsen groen land gedropt met bijna overal landbouw, lachende, opgewekte mensen, wel niet bijzonder welvarend, maar toch ook niet hongerend; leergierig, veelal engels sprekend, veel natuur, meren, enz.! Men heeft nog steeds de berichten voor ogen van een aantal jaren (voor ’92): communistisch bewind, burgeroorlog en daarmee gepaard gaande ellende zoals hongersnood!

Veel mensen zien we ook: midden in de bush hoeven we maar even te stoppen met de truck of na een paar minuten staan er al wel enkele nieuwsgierigen om ons heen.

We hebben niet de stammen gezien die op het programma stonden maar toch wel heel mooie mensen, heel traditioneel "gekleed", geen T-shirts o.i.d., of zoals dat ene kleine meisje met aan haar rokje een rand van gezellig tingelende kroonkurken!

Toevallige ontmoetingen in de bush

Problemen

Zondag 21 dec. ’97.

Ik zit nu te schrijven op de veranda van ’t Bekele Mola hotel waarbij we in de tuin ons camp hadden: een schitterend uitzicht over het Chamo- en ’t Abaya-meer! Een man of acht is nu nog naar ’t Chamomeer zodat wij een heerlijke rustochtend hebben. Vannacht was er een flink onweer met veel regen: alle tenten waren doorgelekt, dus wat tijd om spullen te drogen is wel welkom, daarbij moet ik ook wachten op de was die ik hier heb laten doen. Maar ’t wachten wordt leuk:

net vóór de veranda op de helling in de bush hoor ik gesmak, gerommel en ineens gekrijs: een behoorlijke groep bavianen kiest er domicilie en laten zich zo nu en dan ook zien. Marcel wil dat wel eens van dichterbij zien voor de beste foto en loopt voorzichtig om, langs een hoop vuilnis en ineens… roetsj… langs z’n benen… een varaan van een goeie meter zie ik bij ‘m wegschieten: wat een schrik, maar ook een prachtig verhaal! ’t Schijnt een zeldzaam beest te zijn want niemand kent ‘m, behalve Freek: op Komodo (Indonesië), daar had je pas grote!

De was kwam terug, nog wel niet droog en ook m’n mooiste boxershort was er niet meer bij! Die krijg ik ook niet meer terug, maar om de was bij te drogen krijgen we nog voldoende gelegenheid zullen we later merken.

De Afriesj-truck waar we verder mee zullen reizen is inmiddels aangekomen, alles is overgeladen en we nemen dus afscheid van de drie Landcruiserchauffeurs Bratu, Abebe en Branu met dank voor hun energieke inzet!

Onderweg naar Sodo nu; eerste stuk weg is steenslag, later asfalt: een hele luxe!

Wat we zagen: luipaard, mooie familie bavianen, ibis, kuifarenden en ander grut.

Verder naar: Ethiopië dl.2

Terug naar: Overzicht