Jemen dl. 4 |
|
|
|
|
|
|
Maandag 22 feb. 1999. Een wandeling in de wadi staat eerst op ’t programma. Er zijn hier in de Hadramauwt weer heel andere kledinggewoonten. Zo dragen een aantal vrouwen een hoge punthoed en zijn verder volledig zwart gesluierd met zelfs handschoenen aan. Blijkbaar gaan meisjes van een jaar of twaalf al zo gekleed; zo jong en speels als ze dan nog zijn leidt dat soms tot grappige vertoningen. Een paar jonge geitenhoedsters gooien met stokken naar iets in de boom maar ook de stok blijft erin hangen en dan klimt er één fluks als een kat de boom in: met hoed op, in lange jurk én gesluierd! Vermakelijk om te zien! |
Na twee uur word ik opgepikt door de auto en rijden we de wadi verder uit en later de wadi Hadramauwt in. Het is hier een opvallend vruchtbare streek en dat wordt ook benut met bevloeiing: veel groene velden maar tegelijkertijd ook oogsten van andere gewassen: gerst bijvoorbeeld, gemaaid met ’n messenbalk op ’n tweewielig trekkertje en daarachter een tiental vrouwen in ’t zwart met gele strohoeden! Dan naar Shibam, hét "Manhattan" in het midden van de woestijn, een stadje dat prachtig in de wadi ligt, bestaande uit hoogbouw van leem. Er is riolering aangelegd met steun van Unesco maar alras bleek dat de leem het beetje vocht dat de huisvrouwen langs de buitenwanden naar beneden kieperden niet kon missen: het droogde té veel uit en er zijn zelfs een aantal huizen daardoor ingestort! In prachtig stadje met nauwe straatjes en pleintjes, de huizen versierd met veel houtsnijwerk zoals we zien in een huis dat gerestaureerd wordt met Nederlandse hulp: alle balken en kozijnen zijn rijkelijk verfraaid en niet alleen de buitendeur. Ons kampement ligt een eindje buiten de stad, in de wadi, zover weg dat we niet teveel nieuwsgierig bezoek hoeven te verwachten. Wél een schitterend gezicht op de stad in de korte schemering! Na de spaghetti komt er toch ineens een auto aangereden; Ghanim loopt direct naar z’n auto en pakt z’n pas aangeschafte kalashnikov en ook Mohammed zie ik ineens met een revolver achter z’n gordel, je weet maar nooit! ’t Blijkt politie te zijn (alhoewel, je weet maar nooit: geen uniformen, kalasnikovs kan hier ’n ieder meesjouwen, maar ze hebben mobilofoon en dat is minder algemeen!). |
|
|
Ze proberen ons duidelijk te maken hoe gevaarlijk het wel is buiten in de wadi, enz., enz. Maar voor bewaking eisen ze wel veel: eten (vier man), bed en tent! Die eisen worden pertinent weggewuifd, maar toch vraagt de leider later aan Mohammed nog eens hen mee te nemen uit eten! Hoe ’t ook zij, hun eisen worden niet ingewilligd, maar ’s nachts is er wel continue bewaking van drie mannen! Dinsdag, 23 feb. 1999. We willen weg maar kunnen voorlopig niet. Mohammed zit met z’n auto al sinds gisteravond vast in ’t rulle zand en nu kan ook Ghanim, die z’n collega er wel even uit zou trekken, ook niet meer voor- of achteruit. Maar uiteindelijk met takken onder de wielen, water en duwen door ons komen ze weer op gang! Vandaag gaat ’t via Seyun naar Tarim. Ik bekijk in Seyun ’t museum in een groot oud paleis, helemaal uit leem opgetrokken wat ook weer te zien is aan de onregelmatigheden binnen: wanden krom, vloeren scheef en plafonds idem! Het waarom dat ik hier
naar toe ga is een fotoexpositie van werk van ene
van derMeulen, ’n Nederlandse diplomaat die hier
kwam in de dertiger jaren. Feitelijk gestationeerd
in Nederlandsch Indië
kwam hij in Arabië om de pelgrimsreizen van
Javaanse moslims naar Mekka te begeleiden. Als fotograaf heeft hij heel
sprekende foto’s gemaakt op veel plaatsen in Jemen van veel
bevolkingsgroepen, heel sprekend als je de vrouwen en kinderen in ’t Sanaa van toen ziet maar ook
de woeste bedoeïenen in de woestijn. Verder is het museum ingericht met ’n
overzicht van de Jemenitische volkscultuur en
verder een archeologische afdeling met hymiëradische
vondsten uit onder meer Raydun waar we gisteren
geweest zijn. Het is een zeer oude cultuur die een tijdspanne besloeg van de
tiende eeuw voor Chr. tot de tweede erna.
|
Tarim is een geestelijk centrum van de Shafieten, een soennitische denkrichting in de Islam: er wordt gezegd dat er 354 moskeeën staan, voor elke dag van het Islamitisch jaar één! Op de uren van het gebed is wel te horen dat ’t er véél zijn! We horen ook over een mooie islamitische bibliotheek, de Al Afqah, die is gesticht om een groot aantal belangrijke geschriften en kalligrafieën veilig te bewaren. Er zijn uit de Hadramauwt veertienduizend boeken en drieduizend oude manuscripten verzameld. Welnu, Rob en ik zijn erin geweest maar veel geëxposeerd werd er niet: enkele boeken van Mohammed, ’n geometrisch boek en ’n boek over medicijnen. Ik mag zelfs foto’s maken uit boeken van o.a. de kaäba en van ‘n wereldkaart uit oude tijden, onherkenbaar tot op heden voor mij! Onze gastheer is echter zeer vereerd met ons bezoek en vertelt ons dat het herstel van deze bieb tot stand is gekomen met Nederlandse steun! Ik begin bijna te denken: “Wat niet in Jemen eigenlijk?”
Dan de verrassing voor vandaag: ons hotel voor de nacht: net buiten Tarim rijden we als het ware de woestijn uit en een park in en in dat park een echt paleis, het paleis van sultan Al Kaf wiens dynastie hier vele gebouwen op haar naam heeft staan. Een luxe hotel met twee zwembaden maar ’t sanitair: zélfs ook hier maar zó-zó! Later lopen Rob en ik er omheen en constateren dat alleen de façade het moet doen: die is gerestaureerd maar aan de achterzijde lopen de riool- en waterleidingbuizen kriskras over de muur! In het afwisselende groen hoor je veel vogels maar omdat het nogal dicht is verstoppen ze zich goed. ‘s Middags springen wíj in ’t zwembad en ’s avonds zijn ’t de kikkers die hetzelfde water als paaiplek uitkiezen onder een fiks gekwaak! Ook vleermuizen fladderen steeds tussen de bomen door, afkomend op insecten die op hun beurt weer de lampen opzoeken.We doen gezellig nog ’n paar rondjes domino op deze prachtige plek op ’t terras: het is te mooi om vroeg naar bed te gaan!
|
|
|
|
|
Woensdag, 24 feb.
1999. We zitten aan ’t eind van ’n wadi met steile wanden aan drie kanten: we moeten dus weer gewoon terug naar Seyun. Aan deze weg zien we een aantal fraaie voorbeelden van lemen, kasteelachtige woningen die door hun kleur bijna opgaan in ’t landschap.Vlakbij Seyun bezoeken we een ambachtelijke werkplaats waar allerlei artikelen worden gemaakt en verkocht. Zelfs kruiken voor bijen staan er. Hoewel zeer breekbaar, ze zijn van bros gebakken aardewerk, heb ik er mijn zinnen op gezet en na enig onderhandelen (voor de vorm) ben ik de trotse eigenaar van een echte, authentieke Jemenitische aarden bijenkruik, een mooi aandenken voor thuis! De prijs is ook nog vermeldenswaard en niet veel op af te dingen: honderdvijftig riyal (=twee gulden)!
|
|
Dan gaat ’t richting woestijn! Eerst nog wel honderd kilometer asfalt maar dan met een gids de woestijn in. Hier wil dat zeggen: ’n oneindige zandvlakte, harde zandbodem, bergketens aan weerszijden die allengs uiteen wijken naarmate we vorderen zodat we na een uur op één grote zandvlakte rijden met hier en daar wat kamelen die kennelijk toch wel bij ‘n bedoeïenennederzetting horen. Met ’n snelheid van zeventig tot soms negentig kilometer per uur komen we na een uur of drie bij wat zandduinen aan wat door de gids als “camping” wordt aangeduid. We hebben de tenten nog niet eens staan en… jawel we hebben alweer bezoek: op ’t duin staat ’n jochie te kijken. Na een klein onderzoek blijkt een kilometertje achter de duinenrij een bedoeïenenkamp te liggen en ook onze gids (’n bedoeïen) is na enkele ogenblikken ook al verdwenen: hij wist er natuurlijk van en gaat nu fijn bij z’n familie eten, vast veel lekkerder dan hij bij ons kon krijgen! Wij eten onder de prachtige sterrenhemel zonder strooilicht en zonder ook maar enig werelds geluid. We krijgen in ’t maanlicht nog kamelen op bezoek! Als ik er naar toe ga, lopen ze toch alle vijf argwanend weg, over ’t duin richting bedoeïenenkamp. En wat zie ik dan door de kijker in ’t maanlicht op ’t steile duin: hoe beklimmen kamelen een steil duin? Antwoord: op hun knieën klauteren ze naar boven!! ’n Bijzonder merkwaardig gezicht!
|
|
Donderdag, 25 feb.
1999. Als de zon opkomt ben ik al weer op. Na
ontbijten en pakken racen we weer verder door 't
grootse niets over 't vlakke zand tot we bij de asfaltweg uitkomen. Op naar Marib, ons volgende doel.
Marib is al een oud centrum op de wierookroute en dat is nog te zien. Er zijn bijvoorbeeld de resten van oude tempels, zonne- en maantempels. Helaas wordt de maantempel naar mijn idee wat al te grondig gerestaureerd met veel niet-oorspronkelijk materiaal! Specifiek voor deze tempels zijn de immense vierkante zuilen.
In Oud-Marib valt m’n oog op een door een bombardement gedeeltelijk verwoeste moskee. Buiten liggen een aantal heel oude stukken pilaar en binnen zie ik ineens de acht vierkante pilaren die zo kenmerkend zijn voor de oude tempels uit het rijk van Saba. Hierop zit nog gedeeltelijk de pleisterlaag uit de islamitische tijd met Arabische spreuken maar belangrijker is: de oorspronkelijke ondergrond staat vol met himyaridische lettertekens! Andere afbraakproducten van de tempel werden gebruikt voor steunpilaren en muren. De verklaring is duidelijk: de hymiëradische tempel is (waarschijnlijk als ruïne) tijdens de islamisering weer opgebouwd als moskee, met dankbaar gebruik van de grote zuilen die in een dikke muur werden verwerkt zonder ze te hoeven verplaatsen, moskee erom en…. door de eeuwen heen is men dit gewoon vergeten! Pas geleden is dit weer opnieuw ontdekt!
Wat
jongens lopen achter me aan en beduiden me eerst wat lacherig dat ik weg moet
gaan maar als ik foto’s wil maken worden ze echt agressief: “No foto” en ze
pakken stenen in de hand en schreeuwen om me weg te jagen! Maar ik ben niet
zo gauw onder de indruk tot ik een flinke tik op m’n
rug voel en er ineens echt wordt gegooid! Dan wordt ’t
tijd en maak ik dat ik weg kom, de camera beschermend terwijl de keien om m’n kop suizen! Later hoor ik dat de moskee, hoewel een
ruïne, toch nog wel degelijk een heilige plaats is en ook gebruikt wordt waar
de onreinen, zoals ik, uit
geweerd dienen te worden! In 1986 heeft men deze zaak weer opgepakt en net achter de plaats van de oude dam een nieuwe, zij het veel grotere dam gebouwd. Het stuwmeer erachter vormt zich in de regentijd om zo ’t vruchtbare land te bevloeien. Het schijnt dat in deze streek de meeste citrusvruchten van Jemen worden verbouwd naast enorm veel tomaten en ander fruit als appels, perziken, abrikozen, enz.
Dan gaat de reis terug naar Sanaa door ’n prachtig berggebied. De entree van Sanaa valt op door de enorme hoeveelheid rondwaaiend stof en de smog die boven de stad hangt. De reis is bijna teneinde; morgen nog een facultatieve excursie maar vandaag nemen we alvast officieel afscheid van de chauffeurs die ons deze reis vijfentwintig dagen hebben begeleid. Mohammed gaat al naar z’n familie, Ghanim reist morgen nog met ons mee.
|
|
Vrijdag, 26 feb.
1999. Vandaag is er de mogelijkheid om een tocht rond Sanaa te maken waarvan iedereen gebruik maakt. Eerst gaat ’t naar Wadi Dahr. Er moeten daar verschillende plaatsen zijn met inscripties uit de prehistorie. Eén plek is Jane bekend: er zijn daar steenbokken en ook een heel groot mannenfiguur afgebeeld, waarschijnlijk een voorstelling van een godheid die z’n armen zegenend over de aarde uitspreidt. Zoals gewoonlijk lopen er jongens om ons heen die nog veel meer plekken schijnen te weten met duidelijke afbeeldingen van meest steenbokken met enorme horens. Boven op ’n vooruitspringende rots in ’t komvormige dal vinden we de restanten van wat een tempel geweest zou kunnen zijn: een verdiept uitgehouwen plek met nissen erin. Je wordt stil van ’t prachtige uitzicht op de vruchtbare vallei die al duizenden jaren bewoond is! |
Dan naar ’t dorp Wadi Dahr,
naar ’t paleis op de rots van imam Yahya. Hoewel ’t paleis zelf pas in de dertiger is gebouwd is de plek al
prehistorisch. Er is bijv. een hele oude waterput die reikt tot het grondwater
in de wadi. Ook zie je oude grafnissen en andere, al veel eerder bewoonde
ruimtes, maar alles is geheel geïntegreerd in ’t
mooie, nieuwe paleis.
|
|
Vlabij Wadi Dahr ligt een hooggelegen plateau met weliswaar ook een mooi uitzicht, maar we gaan er eigenlijk heen voor de bruiloftsfeesten die daar worden gehouden, dat wil zeggen: de dansen voor de pasgetrouwde bruidegommen. En ze rijden af en aan, de bruidegommen, met een hele stoet volgeladen volgpick-ups met mannen met geweren, trommels en toeters. En dan wordt er gedanst door de mannen, jambiyadansen met heftige muziek, er wordt geschoten, soms in de lucht, soms voor de fun gericht op een afgesproken punt over ’t dal, er staan ijskarretjes, er lopen jongens met “koek en zopie” (sesamkoekjes en fris), een paar jongens met een valk tonen hun vogel voor op de foto én….wij waren er ook! Voor alle duidelijkheid: de bruid blijft thuis! De mannen zijn naar de moskee geweest, dit is een intermezzo op weg naar ’t grote feest thuis. Al met al een prachtige uiting van ’n stuk Jemenitische cultuur!
|
|
|
Zaterdag, 27 feb.
1999. De laatste dag in Jemen, in Sanaa. Ik wil er een rustige dag van maken, nog wat snuffelen in de suq. Dan is ’t finale pakken, wassen, dagboek bijwerken, adressen uitwisselen voor de reünie en tot slot een zeer verzorgd gezamenlijk diner in ’t hotel. Het was
een reis met eigenlijk geen minnen, heel veel hoogtepunten, verrassingen, ’n
architectuur die uniek is in de wereld met mensen daarin, al even uniek! Om nooit te vergeten!
|
|
|
Bezoek mijn Gastenboek |
Terug naar: Jemen dl 3 Terug naar: Reisindex Een interessante
link is: CIA, The World Factbook:
YEMEN |