Marokko | ||
6 november t/m 25 november 1999
|
||
|
||
Marokko dl. 1 |
|
|
6
november t/m 25 november 1999. Marokko,
weer een Arabisch, islamitisch land vol
mystieke,
mysterieuze zaken.
Ik weet al dat ’t hoogstwaarschijnlijk mooi
weer zal zijn, misschien warm! De Arabische
cultuur met z’n bijzondere uitingen in bouwstijlen, islamitische levenswijze, de soukhs en het woestijnleven is me erg gaan
intrigeren. En ook hier
zijn weer de Romeinen geweest, net als bij ons in Nederland en ook net als
in ’t zuiden van Egypte. Restanten in de vorm van imponerende ruïnes
zullen we ook zien. M’n
verwachtingen voor deze reis zijn dan ook weer hoog
gespannen! |
||
Dag 1 - 3: Rabat Dag
3 - 4: Tanger Dag
4 - 6: Chefchaouan Dag
6 - 9: Fez Dag
9 -11: Erfoud Dag
11-13: Tinerhir Dag
14-15: Zagora Dag
15-17: Marrakech Dag
17-19: Essaouira Dag
19-20: Casablanca Dag
20 : Naar huis.
|
||
Zaterdag 6
nov. Om kwart over
drie loopt de wekker al af want om zes uur word ik op Schiphol verwacht.
We zijn er al om kwart over vijf! Een goede reserve is nooit weg! ’t Is
buiten koud en als we om zeven uur opstijgen regent ‘t en waait ’t ook
behoorlijk. De overstap in Frankfurt is zoals gewoonlijk vervelend,
tweeëneenhalf uur wachten. Maar o, plotselinge hilariteit, een oproep dat
het vliegtuig dat ons naar Casablanca zal brengen: “Mit zehn Minuten
Verspätung aus Amsterdam” zal aankomen!! Maar goed, ons zullen ze wel de
goedkoopste vluchten toebedeeld hebben!
De tocht
verloopt voorspoedig en met de tijd een uur terug landen we om ongeveer
halftwee in Casablanca. Hier schijnt de zon, is ’t bijna 300,
en dus wel even wennen! Dan nog twee uur bussen naar Rabat waar we twee
nachten zullen blijven. | ||
Direct na
aankomst in ’t hotel maken we eerst nader kennis met Mérèse, onze
begeleidster voor de komende weken die ons het een en ander over zichzelf
(vooral niet teveel!) en over Rabat (méér dan genoeg!) vertelt. De
volgende dag is ter vrijer besteding en met háár adviezen en míjn gidsen
zal ik me prima redden.
| ||
Salé, Asilah, Tanger |
We eten ’s
avonds samen in ’n restaurantje dat dan misschien wel Marokkaans serveert,
maar naar mijn idee toch knap westers is georiënteerd. Daarbij is ’t vrij
prijzig en kreeg ik het hoofdgerecht, tajine kafta, vóór de uiensoep!! Een
mogelijkheid die ik tien minuten éérder al voorspeld had gezien het gedrag
van het personeel! Zondag 7
nov. Vrije besteding
in Rabat. Theo en ik besluiten te wandelen naar Salé, de tweelingstad op
de andere oever van de rivier. Deze stad is wat minder modern en er is ook
een schitterende koranschool te zien. Eerst door de soukh met al z'n
kleine winkeltjes waarna we toch door een gids naar de koranschool worden
verwezen. Deze lui proberen je dan nog absurde bedragen uit de zak te
kloppen: 3 minuten wegwijzen: 20 dirham (f 4,-)! Niet voor zichzelf maar
voor z’n zieke vader die niets te róken had; daar moet je net bij míj mee
aankomen! Maar de school is prachtig. Een andere gids leidt ons rond, weet
ook wel ’t één en ander van de historie, van de andalusische, de berber-
en de mirinadenstijl. ’n Deel is van stenen en een deel van houten
versieringen voorzien. En dan zijn er natuurlijk de mozaïeken. Alles vol
symboliek die ons door de gids wordt duidelijk
gemaakt. | |
Maandag 8
nov. Naar
Tanger aan de Straat van Gibraltar gaat de tocht verder. Langs de kust op
naar ’t noorden met soms uitzicht over de Atlantische Oceaan,
vakantiecomplexen en dan weer idyllische dorpjes (biiv. Asilah met mooie
muurschilderingen!).
Tanger is een
havenstad waar veel verkeer komt dat overgezet moet worden naar Spanje.’n
havenleven met alles wat daarbij hoort: ruime smokkelactiviteit, handel in
verdovende middelen, prostitutie, enz. Ook nu nog is dat aan de
mentaliteit van de bevolking te merken: wat agressiever optreden, dus niet
teveel alleen in de nauwe zijsteegjes.
Van Hotel
Continental hebben we ’n prachtig uitzicht over de haven en de stad met
doorlopend bijbehorend kabaal. Toch slaap ik prima, ook misschien wel
vanwege de goede maaltijden: soep, bastilla, tajine kabab en thé menthe:
verrukkeluk!
Voor ’t vertrek
lopen Theo en ik nog wat rond en komen bij een deur naar een
privé-binnenplaatsje. Maar ook is ’t een plaats op de stadsmuur want er
staan vier enorme ijzeren kanonnen, gericht op de Spaanse kust die nu van
hieruit ook goed te zien is. Nu staan ze daar maar roestig te wezen en
zijn alleen nog in gebruik voor de waslijn van de vriendelijke vrouw die
ons beduidde toch vooral binnen te komen en van ’t uitzicht te genieten!
| ||
|
|
|
|
||
|
Donderdag 11 nov. Op
naar Fez,
één van de koningssteden. Onderweg
zie ik ineens bijenkasten maar we kunnen niet stoppen. Er staan er echter
meer en bij ’n volgende stand houden we een fotostop. Aan de andere kant
van de weg is ’n boer tussen de olijfbomen aan met een heel mager paard
’t ploegen en ik raak zo goed en zo kwaad het gaat met hem in gesprek.
Hij spreekt nog minder frans dan ik. De bijen zijn niet van hem begrijp ik
maar hij heeft een olijfgaard waar hij nu graan tussen de bomen zaait. Hij
zaait elke keer een eindje vóór hij ploegt op de ongeploegde aarde. Voor
mij is ’t ook eigenlijk geen ploegen maar losbreken van de grond zoals
met een cultivator. Dan beduidt hij me aan de ploeg te gaan staan terwijl
hij dan een foto van me zal maken! ’t Zal me benieuwen of ik er helemaal
opgekomen ben.
| |
|
Vrijdag 12 nov. Het weer is veranderd. Vannacht een beetje onweer, en nu regenachtig en koud! Onvoorstelbaar! Het
plan is Volubilis, ’n Romeinse ruïnestad, en Mèknes, ’n koningsstad,
te bezoeken. Volubilis blijkt ’n behoorlijke Romeinse stad geweest te zijn, van alle gemakken voorzien waar de Romeinen thuis mee vertrouwd waren. Veel vloermozaïeken waren gespaard gebleven en weer uitgegraven, zuilen van tempels, ‘t forum en andere gebouwen, triomfbogen en poorten stonden nog of weer overeind. Wanneer dan ook het zonnetje nog weer tevoorschijn komt, komen de kleuren van de mozaïeken nog beter tot hun recht in een sfeervol licht. Mèknes wás een belangrijke stad en is ’t nu nog. Veel stadsmuren, met navenant veel zware poorten, rijk versierd met mozaïek zijn er te zien. Veel pleinen ook waar mensen flaneren en waar ook markt is. Het
mausoleum van Moulay Ismaïl is als één van de weinige ook te bezoeken
door niet-moslims. ’t Is ’n prachtige moskee met mozaïeken en veel
stucwerk met kalligrafieën. De man waarvoor dit is opgericht was in de
zeventiende eeuw dé belangrijke man die de Turken heeft kunnen tegenhouden,
zodat de typisch Marokkaanse cultuur met z’n Andalusische en
Berberinvloeden heeft kunnen blijven voortbestaan.
| |
|
Zaterdag 13 nov. Er komen twee gidsen om ons Fez te laten zien. Eerst het koninklijk paleis waar er vele van zijn in dit land. Het front is alleen te zien met ’n groot plein ervoor. De poortdeuren zijn echter de moeite waard: prachtige werkstukken van messing, gemaakt door de plaatselijke messingsmeden. De koning schijnt slechts één keer per jaar gebruik te maken van dit enorme complex!
We worden meegetroond ’t dak op van ’n winkel en zien dan ineens in ’n aantal ronde putten de leerlooierij/ververij: eerst een behandeling met kalk en duivemest om de haren er uit te halen, dan het looiproces met eikenschors en tenslotte de ververij. In de putten staan mannen te treden om ’t proces te bevorderen. Marina wordt al gauw ’n beetje misselijk, van de geur of van ’t aanzicht, dat blijft ’n vraag; Ria meent dat ’t wel erg slecht voor de mensen moet zijn en wil ’t zo al wel verbieden! Maar ja, al kijkt men in Marokko ook zeer neer op dit beroep, iets wat misschien al duizenden jaren zo wordt gedaan verander je niet zomaar één, twee, drie! | |
|
Er volgt nog een handweverijtje, een messingslagerij waar prachtige schalen e.d. gedreven worden uit messingplaat en een pottenbakkerij waar het heel specifieke Marokkaanse aardewerk wordt geproduceerd zoals de bijzondere tajines. | |
|
Op de terugweg naar 't hotel werden we gewezen op de joodse begraafplaats in de joodse wijk van Fez en dat lijkt me interessant. Ik wandel een eind terug maar merk dat de ingang maar moeilijk is te vinden, nog lastiger: ik weet helemaal niet aan welke kant ik moet zijn! Terwijl ik rondwandel, ineens: muziek! ’n Vrolijke troep mensen danst op straat, voorop zie ik iets van zilveren schalen met een groot puntig deksel wat later grote zilveren tajines blijken te zijn. Achteraan lopen muzikanten met cimbalen, lange bazuinen en trommels. De cimbalen en trommels, zo nu en dan ondersteund door enkele hevige stoten op de bazuinen, exact tegelijk, hebben duidelijk een behoorlijk opzwepende werking. Zo beweegt de massa zich voort door de nauwe steegjes.. Wanneer ik er eindelijk voor kan komen zie ik een aantal vrouwen met bloemen en een versierde Salomonsster die de drie zilveren schalen torsen. Mijn vermoeden dat ’t om ‘n bruidsstoet zou gaan wordt bevestigd door een omstander. ’t Is echt genieten! De bruid loopt voorop met ’n héél groot bruidsboeket, daarachter de tajines, daarachter schaal met daarop een paar damesschoenen waarvan me de betekenis niet helemaal duidelijk werd, daarachter de muziek, de gasten en andere “meelopers” zoals ik! Dan verder op zoek naar de ingang van de joodse begraafplaats. Uiteindelijk kom ik terecht bij ’t begin, eigenlijk de enige mogelijkheid: ’n poort in ’n muur! Ik vraag iemand wat daarachter is en hij begint meteen aan de deur te rammelen. Even later verschijnt de waarschijnlijke beheerder van (inderdaad) de begraafplaats. Onmiddellijk merk ik op dat de man een drankkegel heeft van een meter of twee maar blijkbaar toch wel in staat is me rond te leiden. Hij waarschuwt me wel meteen dat ‘t 20 dirham kost voor ’t onderhoud (of voor ’t onderhoud van de beheerder, dat is me niet helemaal duidelijk). Het is een indrukwekkende begraafplaats, heel veel graven, vlak naast elkaar, allemaal wit en heel goed onderhouden. Belangrijke mensen zoals de rabbijnen hebben gebouwtjes boven hun graf of soms hebben die een familiegraf onder dak! Speciaal hier word ik uitgenodigd om tegen betaling van een dirham een (meestal tweedehands) kaarsje op te steken. “t
Was de wandeling zeker de moeite waard. | |
|
||
|
Vooruit
naar:
Marokko dl.
2 Terug naar: Inhoud Reisbelevenissen | |